Kali volgens het advies een goede basis, maar…?
28 jun
Downloadable Mailings,News,Product news
De knolzetting in aardappelen wordt nu opgevolgd door de knolgroei. In deze fase proberen we de knollen zo groot mogelijk te krijgen voor de hoogste opbrengst. Hoe kunnen we dit stimuleren?
Aardappelen zijn een kalibehoeftig gewas. Kalium heeft een belangrijke rol in de aanmaak en transport van zetmeel en suikers naar de knollen. Daarnaast heeft een goede kalivoorziening een positief effect op de waterhuishouding van het gewas. Kali heeft een positieve invloed op de opbrengst (zowel totale opbrengst als aandeel grove knollen en uniformiteit). Ook voor de kwaliteit is kali belangrijk. Het is niet voor niets dat we het vaak hebben over de K van kwaliteit. Een goede kalivoorziening zorgt o.a. voor een verlaagde stootblauwgevoeligheid en een verbeterde bewaarkwaliteit en bakeigenschappen.
Vaak hoor ik ‘ik heb kali 60 gestrooid’ volgens het bemestingsadvies, dus er zit genoeg kali op’. Maar dit zegt nog niets over de beschikbaarheid van kali voor de plant. Er kan genoeg kali in de bodem zitten, maar kan onder bijvoorbeeld droge omstandigheden nauwelijks beschikbaar zijn voor de plant. Daarnaast is er in delen van het land heel veel neerslag gevallen, waardoor kali mogelijk uitgespoeld is. Bovendien komt het ook voor dat de kalibehoefte in volle groei groter is dan wat de wortels kunnen opnemen.
Een efficiënte manier om kali toe te dienen is met Final K. Deze bladmeststof is zo geformuleerd dat het ook in alle omstandigheden goed door het blad wordt opgenomen. Het kan veilig worden toegepast want het bevat geen chloor, zwavel en stikstof in de vorm van nitraat en ammonium.
In aardappelen wordt Final K na het sluiten van de rijen toegepast met een dosering van 5 ltr per hectare, 3 tot 4 toepassingen tot 15 dagen voor de oogst.
DenK dus aan K deze zomer!